NOKKEN WE ERMEE? FOUTEN BIJ DE NOKKENASVERSTELLING
Minder vervuilende emissies en betere motorprestaties. Dit belooft de door het motormanagement aangestuurde verstelling van de inlaat- en uitlaatnokkenas. Magneetventielen zijn verantwoordelijk voor de uitvoering ervan. Maar er kunnen ook problemen ontstaan.
Het doel van de nokkenasverstelling is het optimaliseren van de cilindervulling en de uitlaatgasrecirculatie. De nokkenasverstelling wordt aangestuurd door een magneetventiel en is afhankelijk van het motortoerental, de motorbelasting, de signalen van de nokkenaspositiesensor, de inlaat- en uitlaatnokkenassen en de signalen van de sensoren voor het toerental en de referentiemarkering. De aansturing vindt plaats door middel van een pulsbreedte-gemoduleerd signaal. Afhankelijk van de uitvoering van de magneetventielen wordt de oliedruk in spanningsloze of bekrachtigde toestand naar de nokkenasverstelling overgedragen.
"Sommige autofabrikanten gebruiken zelfs geen uitlaatgasrecirculatieklep meer, als gevolg van de nokkenasverstelling bij benzinemotoren. Door de variabele overlappingstijden van de kleppen blijven er voldoende uitlaatgassen in de verbrandingskamer achter"
GERALD SCHNEEHAGE
Auteur van het vakboek 'Motormanagement/Aktoren'
Een uitval van de nokkenasverstelling leidt tot een hoger brandstofverbruik, een hogere uitstoot van schadelijke stoffen en een lager motorvermogen. Een verkeerde signaalinvoer voor de nokkenasverstelling kan worden veroorzaakt door een storing van het magneetventiel of door een verkeerde motortiming. Dit kan bijvoorbeeld ontstaan door het uitrekken van de tandriem of stuurketting. Het uitvallen van de hydraulische kettingspanner kan ook verantwoordelijk zijn voor een verkeerde invoer van stuursignalen.
NEWSLETTER
Melden Sie sich für unseren monatlichen Newsletter an: