De rempedaalschakelaar (foto) correspondeert met de gaspedaalsensor. Foto: Gerald Schneehage

De rempedaalschakelaar (foto) correspondeert met de gaspedaalsensor. Foto: Gerald Schneehage

Ga terug

Techniek: De rempedaalschakelaar

De rempedaalschakelaar is zowel rempedaal als positiesensor. Het signaal van de rempedaalschakelaar wordt door het motormanagement ook gebruikt voor de plausibiliteitscontrole in combinatie met de gaspedaalsensor. Waarover gaat het?

 

Het signaal van de rempedaalschakelaar (rempedaal-positiesensor) wordt door het motormanagement gebruikt voor de plausibiliteitscontrole van de gaspedaalsensor. Daarom is het voor het motorbesturingsapparaat niet aannemelijk wanneer het rempedaal en de gaspedaalsensor tegelijkertijd worden gebruikt. Op basis hiervan is om veiligheidsredenen het signaal van de rempedaalschakelaar bij (diesel-) motormanagementsystemen het belangrijkste. Bij gelijktijdig gebruik wordt de motortoerental verminderd tot een verhoogd stationair toerental. Bovendien is het signaal van de rempedaalschakelaar van belang voor het snelheidsregelsysteem. De snelheidsregeling vindt tegenwoordig vaak elektronisch plaats en verandert het motordraaimoment. Als de bestuurder remt, dan wordt de regeling gedeactiveerd. De rempedaalschakelaar kan als enkele en dubbele schakelaar met redundantiesignaal en als Hall-sensor zijn uitgevoerd. Laatstgenoemde biedt het voordeel dat deze contactloos en dus slijtvast is. Moderne rempedaal-positiesensoren (ook pedaalgevers) zijn afhankelijk van de ringmagneet van de Hall-sensor geschikt voor verschillende meetbereiken en maken inbouw in de remeenheid in de motorruimte of bij de rempedaal in de bestuurdersruimte mogelijk. Zo zijn ook elektrische remfuncties, die bijvoorbeeld de recuperatie bij hybride of elektrische voertuigen omvatten, mogelijk.

Controlemogelijkheden

De professionele automonteur meet met de oscilloscoop op de signaalkabel tussen de besturingseenheid en de massa het signaalverloop bij de rempedaalschakelaar. Afhankelijk van de fabrikant kan hier sprake zijn van een plus- of massaschakeling. De schakelaar kan een opener of sluiter zijn. Afhankelijk van de schakeluitvoering werkt de schakelaar met een voedingsspanning van 5 of 12 V. Bij schakelaars met redundante signalen worden twee schakelaars (een sluiter of een opener) of twee schakelcontacten in een bouwonderdeel (remlichtschakelaar) ingebouwd.

Auteur: Georg Blenk, Krafthand Medien

Ga terug

NEWSLETTER

Melden Sie sich für unseren monatlichen Newsletter an: